image
image

1
«  »













   
image
Bravo, Jimmink, U hebt uw streken niet verleerd,
sinds ik U twintig jaar terug ontmoette.
Dit slaat wel alles, wat ik ooit vernam,
bravo, U hebt mijn hartelijke groeten.

Om ongeopend, ongelezen na zes maanden tijd
mijn manuscript terug to sturen
en steeds maar liegen, eindeloos
te schermen met commissies en Van Amerongen.
Nog eens bedankt voor deze goddeloze streek.

ik zal het melden, als U dat maar weet.

Adé Jimmink, U had mij tuk.
Vaarwel, ik wens U geen geluk.

2
«  »














   
image
De hond, die vroeger aan de leiband lag,
is nu verschoven naar een andere oever;
en ook het paard gooide zijn bit en leidsels af.
Zij zitten niet meer vast, maar zijn wel brodeloos,
om maar van vlees en haver niet te spreken.

Nu kijken ze weer uit naar mijn bestaan:
Het leven kan niet altijd over rozen gaan!
laat staan van goud en zilver geplaveid.

Toch hebben paard en hond nog geenszins spijt.
Zij zien wel, vrijheid is opvallend goed,
ook als je haar met dorst bekopen moet.


3
«  »














   
image
SAAR EN IES

De kat is trots en fier, als ik haar bezig zie
zo zonder eigen binding: de geleende kat.
Niet één, maar twee kan ik er nu bespieden
in hun gedragingen, het is een schat
van indrukken, twee katten,
die er bepaald niet leven voor elkaar.

Ze hebben beiden zelfverzekerdheid,
de één is speels aanhalig en
verdraagt alleen zichzelf
en blaast de ander weg,
ze eten samen, maar in diep geladen stemming,
de één is dom en lief, de ander trekt zich terug
en komt tegen de avond heel zwaar snorren
om aangehaald to worden en loopt dan het liefst
naar de meest afgelegen hoek onder een bed,
waar ik haar overdag mag aaien,
dan snort ze en grijpt naar mijn hand met klauwen
als ik me wil verwijderen van het bed
ze grauwt nooit tegen haar tot wie
zij dagelijks veroordeeld blijkt to zijn,
ze legt zich erbij neer, al is het onderkoeld,
nooit werd het kattenbeeld zo omgewoeld.

4
«  »














   
image
ISIDORA

Ik zit to wachten op een wonder,
een toverspreuk, een wonderkunst,
in volle eerbied kijk ik naar de zwarte kat,
misschien komt Ramses opeens overdrijven
om mij haar diepste ziel to doen beschrijven,
haar groene ogen en haar zwarte trots,
haar schoonheid en haar houding als een rots
in woeste branding, onaantastbaar is haar blik

zo sierlijk in haar gang is Isidora,
als een rank schip, als een bevlogen hert
of als een wegschietende muis over parket
het kan niet zwarter dan haar zwarte vacht,
in een gevecht is een half oor gebleven,
het restgebied contourt zich zwart tegen haar leven,
het ondoordringbaar leven van de zwarte kat.

5
«  »














   
image
GOUDEN WIJSGEER

Van geel en goud is nu de opgegroeide boom,
het uitzicht van mijn raam,
tegen de achtergronden van het Vondelpark,
hij zuivert lila lucht tot geel en bruin en rood,
een aanzicht dat hij me nooit bood
in deze versie; nu hij ouder wordt, doorleefd,
zijn stam van jeugdgroei niet meer beeft,
nu hij veel wijzer is, heel eenzaam in de Zocherstraat,
nu hij als gouden wijsgeer in het leven staat.

Nu tekent hij mijn uitzicht vierkant uit,
zonder een vorm van aandacht trekken of geluid.

6
«  »














   
image
DE WILDE MOSTERDPLANT

Verkapte waanzin, uit het niets ontsluit zich
de wilde mosterdplant, de weg is niet bepaald.
Het ezelspad is pas na jaren platgelopen.
Beginnelingen vielen slaafs in het ravijn
en dat niet wegens gladheid en of ijzel.
Het was hun hoogmoed, die de mosterdplant over het hoofd zag,
het land zou rijk bezaaid horen te zijn.
Zelfs voor de ezel valt er niets te eten,
terwijl zij toch het ezelspad verhardt.
De zeer teleurgestelde geit,
heeft de positie van hotel verwisseld.
Zij heeft een groot neerslachtige fysionomie.
Hoe ziet een file op een onbelopen ezelspad eruit?
Ook als het bijna platgetreden is?
Heb ik het over ezels of praat ik van auto's?
Of is het wat de taal betreft slechts één pot nat?
Is het begroeid of is het plat?
Gebroken maar wellustig naar gekend geluk,
gooiden ze nochtans eigen glazen stuk.

7
«  »














   
image
SUDDERVLEES

Zoals er zand of suiker glipt tussen de vingers door,
of zoals rotsen aan erosie onderhevig zijn,
zo slijt heel langzaam ook een vriendschap uit.
Het vanzelfsprekende gedrag blijft wel bestaan,
er valt nog samen naar de film te gaan:
er is iets smeulends, maar de vonk blijft uit,
die slaat niet over, maar slaat ook niet door.
Het blijft beklijven. Werelden vergaan,
Laat suddervlees maar dagen op de vuren staan.
Blijf paaien, ook al is de ziel verscheurd,
vandaag of morgen is het toch gebeurd.
Alsof er iemand ingehuurd en niet bekend,
in tegendraadse toekomst rent.
Alsof je zelf die ingehuurde bent.

8
«  »














   
image
MOEDER ADÈR

Zij heeft haar waardigheid van vroeger niet ontluisterd,
zonder daar ook maar moeite voor te doen.
Met verve figureert zij als vorstin
van weten en verwardheid.

Nu is zij sprakeloos, kan zich niet uiten;
herkennen doet zij niemand meer,
maar ze behoudt haar ingeboren trots,
gezeteld als een koningin, als vroeger,
gebeeldhouwd en zeer mager in haar stoel.
Geportretteerd als violiste,
getekend als de Franse lerares.
ze zit als een geknakte bloem.

Ik heb U liefgehad, zoals U was,
met al uw eigenaardigheden.

9
«  »














   
image
HET KUNDALINIVUUR

Het Kundalinivuur raast eeuwig door het lichaam:
Ook wel genoemd het slangenvuur.
Een man, een vrouw, heeft na veel inspanning bereikt,
dat hij zijn zaad niet lozen kan,
dat hij verbrand wordt door een binnenvuur.

Dan schiet er een bos volle rozen uit zijn kruin,
alsof hij zijn nog rijpe zaad heeft ingesnoven.
Zo zal een monnik op 4000 meter hoogte,
omringd door ijs en sneeuw, de wind is fel,
rondom zich bloemen zien ontluiken.

Vertalen kan men dit in Kunst, Muziek en Wetenschappen.
Te weten in een innerlijk orgasme,
dat fel en hevig door het lichaam zwerft.
Van kont naar kop, langs heel de ruggewervel.

10
«  »













   
image
HUMBOLDT (1769-1859)

Er Ieefden door de eeuwen heen veel ridders op een paard,
die oorlog voerden, bloed deden vergieten,
maar ook waren er ridders van moraal
(misschien ook wel te paard, wie zal het weten?)
van nadenken, het overzien van rampen,
en zij bestaan, bestonden, als von Humboldt
(nu 2 x 100 jaren terug)
die reisden en de katholieke kerk vooral vervloekten
om haar intens onwaardig optreden vooral in Zuid-Amerika;
daarbij de Europese kolonisten
met hun dédain over het arme volk;
dat ze meer leed berokkenden ten eigen voordeel
dan dat ze hielpen; het blijkt gruwelijk
to lezen hoe zij martelden en moordden
onder de vlag van god en het geloof.
Er is een glimp van hoop dat ooit
het handjevol met weldenkende mensen
wellicht een decimeter groter wordt.

11
«  »














   
image
DE ZAAN

Zo waren rollen niet meer onveranderlijk, maar omgedraaid:
De molens in de Zaan leidden voor sommigen tot rijkdom,
voor inventieve opwerkers tot industrie.
Zij werden eerst geknecht, grepen hun kans,
waarop vervolgens één en dezelfde wetten golden:
De arbeider versleepte zakken meel
en rijst en kruiden tot hij erbij neerviel.
De slimmerikken zaten bij de haard
in Aerdenhout, in Bloemendaal of elders,
misschien wel langs een andere snelle vliet,
bevrijd van stank van chocolade en cacao,
van zwarte neerslag in het Zaans verschiet.

12
«  »













   
image
BIJ DE DOOD VAN KLAARTJE

Het is het spaarzame gebied, dat
tussen dood en leven opgang maakt.

Nu is mijn kleine kat met open ogen ingeslapen,
alleen de slaapprik heeft haar pijn gedaan;
voordat ze insliep hebben we geneusd, haar lieve ogen
waren al bijna blind, ze stootte alles aan.
Misschien was het een embolie, die haar verlamde,
haar intens angstig maakte, en als in paniek
draaide ze rondjes, wou een schilderij doorboren,
ze uitte hoge kreten, tollend op de grond.
Lang heeft het niet geduurd, het afscheid weegt me zwaar,
ze is nog 22 jaar geworden.
Ik moet wat slikken om de trouwe kameraad,
vriendin, zij likte alle wonden
met haar aanhankelijkheid, haar trouwe blik,
zij volgde ook, toen haar knie begon te tanen.

Maar deze ochtend snorde ze niet meer en kreeg ze wanen.
Ik liet haar niet meer lijden, ze werd niet goed snik,
Ze was mijn grote liefde en kreeg slechts één prik
en vleide toen haar hoofd tegen mijn wang
zoals we dikwijls samen sliepen en ze was niet bang.

Haar laatste hapje was een blikje zalm,
waar ze nog mondjesmaat van snoepte.
Misschien dat dat het doodsveld overlapte.

13
«  »














   
image
LINT

Daar hoor ik weer de zachte trage poezenpoten op het hout
van verre door de gang, vanaf de kattenbak
en dan de mauw, voordat de sprong gewaagd wordt op het bed,
het teken, dat de dekens opgeslagen moeten worden,
waarop zij snorrend, wenkend met haar pootje, binnentreedt.

De rouw is hard en rauw na al die jaren,
ze was mijn trouwe lint, ze werd stokoud,
ze rook tot aan het einde als een zoete kat,
haar eigen geur heeft haar en mij nooit afgemat.

Het knikken van haar hoofd was nog tot daar aan toe,
maar toen zij opeens rondjes draaide en geen zicht meer had
naar binnen en naar buiten, me nog net herkende aan mijn stem,
toen huilde ik tegen haar dunne lijf
en wang aan wang namen we afscheid.

Nu is zij dood en ligt onder de aarde
onder een bloeiend geurig geitenblad
omringd door Brahms; een leren tasje
is haar omhulsel en de grond wordt nat.

14
«  »













   
image
'IK GING NAAR...'

Ik ging naar Wormer om het Zwet te zien
en al haar ondoorzichtigheden,
haar brede rietkraag en het stille land,
haar onvoorstelbare oneindigheden
tot aan de horizon, met weinig bosjes maar.
Ik trof er een vervreemdend schouwspel aan
van huizen, straten en betonnen bouwsels
tot aan de oevers van het Zwet.
Er varen rondvaartboten op de Marken.
De demp is straat geworden, want de tijd gaat voort.
Ik ga er niet meer kijken om het Zwet te zien.

15
«  »













   
image
HAALDERSBROEK

Daar lag de straat, het dorpje Haaldersbroek:
Niet met een kerk, niet met een stromend water.
Een ouderwets mooi dorp, dacht ik, met looppad.
Twee overheersende fabrieken met de geur van chocola.
Dit alles naast het Kalf, dat niet verdronken is.
Men kan de chocoladeput niet dempen.

16
«  »